De geschiedenis van Casa de Pilatos gaat terug tot in de 15e eeuw, toen de Marques de Tarifa opdracht gaf tot het bouwen. Het geheel is in de beroemde “Mudejar”-stijl opgetrokken en wordt wel eens aangeduid als het “Alhambra in het klein”, alhoewel de realisatie na de Moorse overheersing heeft plaatsgevonden. Toch is het een uitstekend voorbeeld van de verfijning van deze bouwstijl. Rondom het kleine paleis, dat zich middenin het drukke Sevilla bevindt, zijn verschillende tuinen aangelegd.
De tuinen van Casa de Pilatos
Bij de binnenplaats vallen de uitbundig groeiende klimplanten als Bougainvillea, Plumbago en Jasminum op, die de belijning van de bebouwing op verschillende plaatsen aanzienlijk verzachten. Alhoewel deze binnenplaats zeker Moors overkomt, zijn er echter terdege ook elementen uit de Renaissance en Gotiek aanwezig. Opvallend zijn de verschillende busten van Romeinse keizers en een marmeren fontein. De meest belangrijke tuin bevindt zich hier achter: een serie bloembedden, afgezet met hagen van Euonymus vegetus, met daarin onder meer perkbeplanting van clivia, rozen en boerenjasmijn. De muren zijn hier onder meer bedekt met klimrozen, waaronder de beroemde Rosa banksiae “Lutea”.
In een andere tuin zijn nog steeds de oorspronkelijke waterreservoirs van het paleis in de aanleg opgenomen, maar ook een fraaie fontein en een prachtig beeld van Bacchus. De vele aanwezige beeldhouwkunst is trouwens toch een opvallend aspect in deze prachtige tuin, waarvan ook tot volwassen status uitgegroeide vijgenbomen en dadelpalmen deel uitmaken.